[Menu] [dDH]

,,De aarde biedt genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht''

De rijkdom in de wereld is ongelijk verdeeld. 86% van de uitgaven voor persoonlijke konsumptie wordt gedaan door niet meer dan twintig procent van de wereldbevolking. Worden wij in het 'rijke' westen daar nu echt zoveel gelukkiger van?

Door Marta Resink en Dick Verheul


Af en toe hoor je mensen verzuchten: ,,Je mag ook niks meer vanwege het milieu. Je mag niet meer met de auto, je mag niet meer vliegen en nu mag je ook al niet meer winkelen''. Maar zo is het niet! In deze krant gaat het niet over wat 'niet mag', maar over de ongekende mogelijkheden die er zijn om de kwaliteit van leven te vergroten. Het leven biedt zoveel meer dan alleen maar zoveel mogelijk spullen verzamelen!
Het verhaal van de Niet-Winkeldag is een vrolijk en optimistisch verhaal, met een serieuze achtergrond. Over die achtergrond gaan deze twee pagina's.

Oneerlijke verdeling

Ongebreidelde konsumptie verbreedt de kloof tussen arm en rijk en leidt tot schending van mensenrechten. De mensen in het 'rijke' deel van de wereld - de geïndustrialiseerde landen van West-Europa, de Verenigde Staten, Canada, Australië, Japan en Saoedi-Arabië - verbruiken zesentachtig procent en vervuilen ook het meest. De overgrote meerderheid van mensen op deze aarbol moet daarom genoegen nemen met de resterende veertien procent. Dat leidt tot schrijnende toestanden. Honger en armoede zijn niet zo zeer het gevolg van overbevolking, maar veeleer van een oneerlijke verdeling.

Human Development Report

De scheve verhouding werd in september 1998 opnieuw opgetekend door de ontwikkelingsorganisatie UNDP van de Verenigde Naties. Deze presenteerde het Human Development Report, dat aantoont dat de rijkste twintig procent van de wereldbevolking 86 procent konsumeert, terwijl de armste twintig procent 1« procent heeft.
De humanitaire gevolgen van de huidige konsumptiepatronen zijn onaanvaardbaar. De immense ongelijkheid heeft geleid tot uitsluiting van meer dan een miljard mensen, die zelfs niet in hun meest fundamentele konsumptiebehoeften kunnen voorzien. En dat, terwijl elders op de wereld mensen leven in een overdaad van voedsel en goederen.
De logische konklusie is, dat de rijken veel te veel voor zichzelf opeisen, zodat er voor de armen bijna niets overblijft. Er is in de rijke landen volop ruimte om te konsuminderen.
Helaas durven de beleidsmakers van de UNDP deze konklusie niet uit te spreken. Zo verklaarde UNDP-topman James Gustave Speth dat 'overdadige konsumptie geen misdaad is'. En Sakiko Fukuda- Parr, verantwoordelijk voor het Human Development Report, nam op een perskonferentie in Londen nadrukkelijk afstand van wat zij noemde 'de hippie-oplossing'. Waarschijnlijk bedoelt zij daarmee hetzelfde als wat in Nederland vaak denigrerend wordt aangeduid met 'geitewollensokken'. Zij bepleitte de 'yuppie-oplossing': westerlingen mogen volop blijven konsumeren, maar dan duurzaam en milieuvriendelijk.

Konsuminderen

Van vele zijden is inmiddels gereageerd op de uitspraken van de UNDP-mensen. Satish Kumar van het Schumacher College in Engeland stelde eenvoudig: ,,Over-konsumptie is meestal verspillende konsumptie, dat veroorzaakt tekorten bij het grootste deel van de wereldbevolking.'' En Sio Zadek van de in Londen gevestigde New Economics Foundation verklaarde tegenover IPS dat hij graag had gezien dat de UNDP nog een extra aktiepunt had toegevoegd: ,,De geïndustrialiseerde landen zouden minder moeten konsumeren, zodat andere de kans krijgen meer te konsumeren, en toekomstige generaties kunnen overleven.''
Wellicht is het 't best om niet te veel in te gaan op deze kunstmatige tegenstelling tussen 'anders konsumeren' en 'konsuminderen'. In de praktijk komt het vaak op hetzelfde neer. Alleen het uitgangspunt is anders. Wie konsumindert kiest bewust voor een ander soort leefwijze. Wie 'anders konsumeert' wil liefst alles bij het oude houden, maar dan ontdaan van de negatieve bij-effekten.

Eenvoudig leven

Als we de feiten onder ogen zien, dan is er alle aanleiding om te kiezen voor een eenvoudiger leefwijze. Zo'n eenvoudiger leven geeft anderen de mogelijkheid eenvoudig te kúnnen leven. ,,De wereld biedt genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht'', zei Mahatma Gandhi ooit. Die uitspraak geldt nog steeds.
De Westerse wereld is verworden tot een konsumptiemaatschappij. Het is voor ons normaal geworden dat de winkels het hele jaar door vol staan met de meest uiteenlopende produkten uit de verste uithoeken van de wereld, vaak nog in tientallen verschillende variaties. Dat kost veel milieuverslindende voedselkilometers. Intussen schreeuwt de reklame ons de hele dag toe dat we steeds meer, betere en nieuwere produkten moeten kopen om ons gelukkig te voelen.
Tegelijkertijd zijn we gewend geraakt aan de telkens terugkerende beelden van hongersnood en armoede, van milieurampen en werkloosheid. Het schijnt er allemaal 'gewoon' bij te horen en de meeste mensen lijken er in te berusten, zolang de ellende maar ver van het eigen bed blijft. Al die ontwikkelingen hebben met elkaar te maken.

Mensenrechten en voedselkilometers

Veel produkten die wij goedkoop kunnen kopen worden geproduceerd in Derde Wereldlanden, door mensen die schamel betaald worden voor hun werk. Gigantische arealen van de beste landbouwgrond in landen in het Zuiden worden gebruikt voor de teelt van exportgewassen. Veelal beslist een rijke minderheid wat er wordt geproduceerd, aan wie dat wordt verkocht en hoeveel het gaat kosten. Voedsel voor de eigen bevolking is ondergeschikt geworden aan de verbouw van exportgewassen.

Auto

Wat maakt het voor een inwoner van een arm land uit hoeveel auto's er in Nederland zijn? Dat verband is er zeker! De rijkste twintig procent van de wereldbevolking bezit ... procent van alle auto's. Het energieverbruik en de vervuiling daarvan is al op het randje van wat het milieu op wereldschaal nog kan verdragen. Als er in Afrika en Azië naar verhouding evenveel auto's voor de deur zouden staan als in Nederland, dan zouden de milieugevolgen onvoorstelbaar zijn. Maar anderzijds hebben mensen in ontwikkelingslanden natuurlijk het volste recht om te streven naar dezelfde welvaart als elders op de wereld. Dat het met het milieu nog niet enorm uit de hand is gelopen, danken we vooral aan de mensen in arme landen! Laten we wat ruimte voor hen maken!

Internationaal beleid

Tijdens de VN-konferentie over milieu en ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro, werden internationale afspraken gemaakt over een eerlijker verdeling tussen de rijke en de arme landen. Ook Nederland ondertekende de 'Verklaring van Rio'. ,,Voor het tot stand brengen van een duurzame ontwikkeling en een hogere levenskwaliteit van alle mensen, moeten landen niet-duurzame patronen van produktie en konsumptie reduceren en elimineren'' (Uitgangspunt 8 van de Verklaring van Rio).

Handel in illusies

'Je bent wat je koopt', is het devies van de konsumptiekultuur, die de samenleving steeds meer in de richting stuurt van konkurrentie en individualisme. Maar ondanks alle beloften die de reklame doet, heeft materiële welvaart niet meer geluk gebracht. De reklamewereld praat ons voornamelijk illusies aan. Produkten dienen vaak als symbolen om iets immaterieels uit te drukken: aandacht, gezag, status of identiteit. Produkten kunnen echter nooit dienen als vervanging van vriendschap, vrede, geluk, waardering, aandacht en al die andere dingen die niet te koop zijn. Ook kunnen spullen nooit een gevoel van ontevredenheid of frustratie over iets kompenseren. Hooguit leiden ze tijdelijk de aandacht even af van een gevoel van 'innerlijke leegte'. Maar als de nieuwigheid er eenmaal af is, dan zit je met een dubbele kater. Zo'n konsumptiepatroon is dus 'niet duurzaam'.

Goed genoeg!

'Konsuminderen' is niet hetzelfde als armoede of 'dat er niets meer mag'. Het wil alleen de heilige koe van 'steeds meer' ter diskussie stellen. 'Oneindig meer' is niet mogelijk. Uiteindelijk gaat het niet om 'nieuw, beter en sneller', maar om 'goed' en 'genoeg'.
Ooit werd er geproduceerd, omdat er vraag was naar bepaalde produkten. Nu is er een gigantische reklame-industrie aan het werk om te bewerkstelligen dat er vraag ontstaat. De konsument heet koning te zijn, maar dient vooral als afnemer voor de industrie.

Een tevreden mens

In zo'n systeem is een tevreden mens een ramp, want aan een tevreden mens kun je weinig verkopen. En daarom moeten tevreden mensen er dag in dag uit op gewezen worden, dat er geen reden is om tevreden te zijn. Via de radio, televisie, de krant, tijdschriften, borden op bushokjes, in de trein, in de bus, langs de straat en folders in de brievenbus worden tevreden mensen er permanent aan herinnerd dat er nog dingen zijn die zij niet hebben.
De kampagne rond de Niet-Winkeldag wil hier eenmaal per jaar een ander geluid tegenover zetten.

Technische oplossingen zijn niet voldoende

In het Westen wordt volop gewerkt aan technische oplossingen, om de afvalberg te verkleinen en zuiniger om te springen met energie en grondstoffen. Dit is zondermeer nuttig en nodig, maar ondanks alle inspanningen blijft het verbruik van grondstoffen en energie stijgen, blijft de afvalberg groeien en neemt de CO2 uitstoot toe. Keer op keer blijkt dat de ekonomische groei de effekten van technische oplossingen meer dan teniet doet. Apparaten worden energiezuiniger, maar er komen meer apparaten. Auto's worden schoner, maar er wordt meer gereden. Wasmiddelen bevatten minder schadelijke stoffen, maar de wasmachine draait vaker.
Ondanks het streven naar een forse reduktie, steeg in 1997 de CO2-uitstoot in Nederland met 2 procent, zo blijkt uit de Nationale Milieubalans 1998 van het RIVM.

Behouden in plaats van groeien

Waar technische oplossingen onvoldoende zijn, ligt de enige echte oplossing in 'minder maar beter'. Je kunt daarbij denken aan apparaten die langer meegaan, die te repareren zijn en na gebruik uit elkaar gehaald kunnen worden voor recycling. Maar belangrijker is nog de vraag waarvoor een aanschaf dient. Want veel konsumptie dient vooral een immaterieel doel. Je geeft iemand een kadootje, niet omdat hij of zij behoefte heeft een nog een frutseltje of dingetje. Nee, het kadootje dient ervoor om een aardig gebaar te maken. Zijn er met een beetje kreativiteit niet andere gebaren te maken, die minder beslag leggen op grondstoffen, minder afval veroorzaken en minder schade toebrengen aan het milieu?
Konsuminderen betekent ook minder produktie. Want waarom zou je dingen maken die niemand koopt?

De ekonomie

Maar hoe zal het dan met de ekonomie gaan? Dreigt er geen armoede en werkloosheid als het geld niet meer rolt?
Laten we daar niet te bang voor zijn. Tot dusverre is het een kleine voorhoede die bewust voor konsuminderen kiest. Na verloop van tijd zal die trend doorbreken en zullen de effekten werkelijk merkbaar zijn. Maar zo ver is het nog niet. En als mocht blijken dat de konsuminderaars op de verkeerde weg zitten, dan is er nog tijd genoeg om het tij te keren. Laat dat maar aan de reklame over!

Als konsuminderen een trend wordt, zou het Bruto Nationaal Produkt kunnen dalen, omdat er minder geld omgaat. Maar het is de vraag of dat een probleem is. Want wat is eigenlijk 'de ekonomie'?

Nieuwe ekonomie

Oorspronkelijk betekent 'ekonomie' gewoon 'huishouden'. En wat er nodig is om een huishouden te runnen, dat weet iedereen: eten koken, stofzuigen, afwassen, ramen lappen, en ga zo maar door. In jeugdherbergen en bij de padvinderij noemen ze dat 'korvee'.
Maar zodra het gaat om het huishouden van een land, dan heet dat huishouden 'de ekonomie' en zou je opeens heel geleerd moeten zijn om erover te kunnen meepraten. Er tip: Als een politikus praat over ekonomie en werkgelegenheid, vervang dan eens 'ekonomie' door 'huishouden' en 'werkgelegenheid' door 'korvee'. Dan wordt een stuk duidelijker wat er bedoeld wordt!

Het woord 'ekonomie' is toe aan een nieuwe inhoud. Als er vandaag de dag wordt gesproken over 'ekonomie', dan wordt daar over het algemeen de geld-ekonomie mee bedoeld. Dingen hebben pas ekonomische waarde, als iemand er geld voor betaalt. Maar als je er over nadenkt, zijn er ontzettend veel menselijke aktiviteiten waar helemaal geen geld aan te pas komt, maar die toch buitengewoon waardevol zijn. De lucht die we inademen is nog steeds gratis. Een wandeling in het bos kost niets. Een opbeurend gesprek, een huilend kind dat getroost wordt, een feestje met de buren, al die dingen komen niet terug in de ekonomische cijfers.

Momenteel is de trend dat de geld-ekonomie steeds meer aandacht opeist ten koste van veel andere aktiviteiten die minstens zo belangrijk zijn. 'Konsuminderen' is een manier om die trend om te draaien. Geluk niet zoeken is meer spullen, maar bij mensen, in meer vrije tijd en in meer aktiviteit.
Wie konsumindert is zich bewust van de schaarste van produkten en de eerlijke verdeling ervan. Mondiaal. Behoefte is uitgangspunt in plaats van hebzucht en het najagen van illusies. De vraag of iets echt nodig is komt als eerste, daarna volgen vanzelf de ethische en groene aspekten.
En laten ekonomen eens nadenken over een manier om al die belangrijke zaken, die zich buiten de geld-ekonomie afspelen, een 'ekonomische waarde' te geven. Dan krijgt het begrip 'ekonomische groei' een heel nieuwe inhoud. Misschien blijkt dan wel, dat de ekonomie de afgelopen jaren helemaal niet is gegroeid!

Werk

Konsuminderen hoeft trouwens lang niet altijd te leiden tot minder werk. Het repareren van een kapot apparaat is waarschijnlijk meer werk dan het maken van een nieuw. Bovendien is het interessant werk: een reparateur moet echt verstand hebben van het apparaat, in tegenstelling tot iemand die aan de lopende band steeds dezelfde handeling doet.

En als er uiteindelijk minder werk te doen zou zijn, waarom zou dat dan een probleem zijn? Er zal altijd werk overblijven - de bakker zal brood blijven bakken. Laten we het werk dat gedaan moet worden eerlijk verdelen. Want als je 'werkloosheid' eerlijk verdeelt over alle mensen in dit land, dan heet het opeens geen werkloosheid meer. Dan is het vrije tijd!

Bewust konsumeren en konsuminderen

Iedereen konsumeert. Maar wat voor konsument wil je zijn? Er zijn groene konsumenten, ethische konsumenten en 'konsuminderaars'. De letterlijke betekenis van het woord konsumeren is: verbruiken of vernietigen. En het heeft er inderdaad alle schijn van dat we massaal bezig zijn om onze leefwereld in een snel tempo op te souperen en dus te vernietigen. Wil je nog wel langer een 'konsument' zijn?
Een 'groene konsument' koopt bij voorkeur de meest milieuvriendelijke variant van een produkt en let daarbij vooral op milieu-aspekten, zoals teeltwijze, grondstoffen- en energieverbruik, transport, verpakking en mogelijkheden van hergebruik.
Een 'ethische konsument' let, naast milieu-aspekten, tevens op de sociale omstandigheden waaronder een produkt tot stand komt (eerlijke handel, geen kinderarbeid) en op de relaties van een bedrijf, bijvoorbeeld met de wapenhandel of met onderdrukkende regimes.
De 'konsuminderaar' heeft zich bevrijd van aangeprate behoeften. Die konsumeert groen én ethisch en verbruikt niet meer dan werkelijk nodig is. Zingeving en geluk worden niet zozeer in spullen gezocht. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit. Bij konsuminderen is veeleer sprake van een andere manier van leven, handelen en werken. Wie konsumindert is niet afhankelijk van kopen van spullen om zich goed te voelen.

Opvallend is, dat in kampagnes van de overheid en van grotere maatschappelijke organisaties vooral de nadruk ligt op de eerste twee manieren van konsumeren. Het 'groen' en 'ethisch' konsumeren wordt aangeprezen als oplossing. 'Maakt u zich geen zorgen, alles blijft zoals het is, u hoeft alleen maar een ander merk koffie te kopen', lijkt de boodschap te zijn.
Het is jammer dat de voordelen van konsuminderen op die manier buiten beeld blijven: meer schone lucht, schoner water, rust, natuur, ontwikkelingskansen voor iedereen en ruimte voor groei van de werkelijk belangrijke dingen voor iedereen op deze wereld.

Kopen of winkelen

Er is een verschil tussen 'niets kopen' en 'niet winkelen'. Winkelen is kopen als rekreatie ('fun shoppen'), vaak spullen aanschaffen die je niet echt nodig hebt. Een andere vorm van kopen is 'boodschappen doen', wat een zuiver funktionele bezigheid is. De naam 'Niet-Winkeldag' geeft dus aan, dat je niet tegen kopen bent, maar wel vragen stelt bij kopen als vrije-tijdsbesteding.
Anderzijds kan de naam 'Niet-Winkeldag' de suggestie wekken dat het een aktie 'tegen winkeliers' is. En dat klopt niet. Winkeliers zijn slechts een schakel in het ekonomisch systeem. Maar toevallig vormen zij wel de schakel waarmee de konsument te maken heeft. Als de konsument dus zijn of haar invloed aanwendt, zullen winkeliers dat als eerste merken, maar de gevolgen zullen doorwerken in de hele ekonomie.

Niet-Winkeldag

Tijdens de internationale Niet-Winkeldag staat 'konsuminderen' centraal. Op 28 november kopen we niks! Uit protest tegen de konsumptiemaatschappij, om af te kicken van onze eigen koopverslaving en als bezinning over onze eigen bijdrage aan het opheffen van de scheve internationale verhoudingen.
Dat konsuminderen beslist niet tot een saai en kleurloos leven leidt, komt tot uiting tijdens de vele akties, die op de internationale Niet-Winkeldag wereldwijd zullen plaatsvinden.

De Internationale Niet-Winkeldag op zaterdag 28 november kreëert een moment waarop gewone mensen, de konsument waar het volgens marketing-deskundigen om draait, 'nee' kunnen zeggen tegen deze ontwikkeling. Doe mee door niet mee te doen!



Steun de kampagne rond de Niet-Winkeldag!
Giro 753665 van Omslag in Sint-Michielsgestel.


menu | dDH