Niet-Winkeldag Home Page
KONSUMINDERKRANT 1999
'Je bent wat je koopt'
De westerse wereld is verworden tot een konsumptiemaatschappij. Het is voor ons normaal geworden dat de winkels het hele jaar door vol staan met de meest uiteenlopende produkten uit de verste uithoeken van de wereld, vaak nog in tientallen verschillende variaties. Intussen schreeuwt de reklame ons de hele dag toe dat we steeds meer, andere en nieuwere produkten moeten kopen om ons gelukkig te voelen.'Je bent wat je koopt', is het devies van de konsumptiekultuur, die de samenleving in de richting stuurt van konkurrentie en individualisme. Maar ondanks alle beloften die de reklame doet, heeft materiële welvaart niet meer geluk gebracht. De reklamewereld praat ons voornamelijk illusies aan.
Produkten dienen vaak als symbolen om iets immaterieels uit te drukken: aandacht, gezag, status of identiteit. Produkten kunnen echter nooit dienen als vervanging van vriendschap, geluk, waardering, aandacht en al die andere dingen die niet te koop zijn. Ook kunnen spullen nooit een gevoel van ontevredenheid of frustratie over iets kompenseren. Hooguit leiden ze tijdelijk de aandacht even af van een gevoel van 'innerlijke leegte'. Maar als de nieuwigheid er eenmaal af is, dan zit je met een dubbele kater. Zo'n konsumptiepatroon is niet alleen duur, het is bovendien 'niet duurzaam'.
Goed genoeg!
Konsuminderen is niet hetzelfde als armoede of 'dat er niets meer mag'. Het wil alleen de heilige koe van 'steeds meer' ter diskussie stellen. Oneindig meer is niet mogelijk. Uiteindelijk gaat het niet om 'nieuw, groter en sneller', maar om 'goed' en 'genoeg'.
Ooit werd er geproduceerd, omdat er vraag was naar bepaalde produkten. Nu is er een gigantische reklame-industrie aan het werk om te bewerkstelligen dat er vraag ontstaat. De konsument heet koning te zijn, maar dient vooral als afnemer voor de industrie.
Een tevreden mens
In zo'n systeem is een tevreden mens een ramp, want aan een tevreden mens kun je weinig verkopen. En daarom moeten tevreden mensen er dag in dag uit op gewezen worden, dat er geen reden is om tevreden te zijn. Via de radio, televisie, de krant, tijdschriften, borden op bushokjes, in de trein, in de bus, langs de straat en folders in de brievenbus worden tevreden mensen er permanent aan herinnerd dat er nog dingen zijn die zij niet hebben. Ook in het onderwijs en in de sportwereld is de reklame inmiddels fors opgedrongen.
De kampagne rond de Niet-Winkeldag wil hier eenmaal per jaar een ander geluid tegenover zetten.
Konsumptie als symbool
Veel konsumptie dient vooral een immaterieel doel. Je geeft iemand een kadootje, niet omdat hij of zij behoefte heeft aan nog een frutseltje of dingetje. Nee, het kadootje dient ervoor om een aardig gebaar te maken. Zijn er met een beetje kreativiteit niet andere gebaren te maken, die minder beslag leggen op grondstoffen, minder afval veroorzaken en minder schade toebrengen aan het milieu?
menu | dDH