[dDH][Menu] Internationale Niet-Winkeldag 2000

Waarom een Niet-Winkeldag?

De rijkdom in de wereld is ongelijk verdeeld. Twintig procent van de wereldbevolking neemt 86 procent van de wereld-konsumptie voor zijn rekening. De overgrote meerderheid van de mensheid moet daarom genoegen nemen met de resterende veertien procent. Dat leidt tot honger en armoede in grote delen van de wereld. We zullen de rijkdommen van de Aarde eerlijker moeten verdelen tussen alle wereldburgers. Ook in Nederland neemt het verschil tussen rijk en arm toe.

Internationale kampagne

De Internationale Niet-Winkeldag is een jaarlijks terugkerende aktiedag. En het fenomeen Niet-Winkeldag verovert langzaam maar zeker de wereld. Nadat de Canadees Ted Dave in 1992 de eerste Internationale Niet-Winkeldag (Buy Nothing Day) uitriep als een min of meer individuele aktie, werd het idee in 1993 overgenomen door groepen in de Verenigde Staten, Engeland en Ierland. In 1995 introduceerde Omslag, Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling de Niet-Winkeldag in Nederland. In de jaren daarna sloten ook groepen in Australië, Nieuw-Zeeland, Zweden, België, Noorwegen, Duitsland, Finland, Polen en Slovenë zich bij de internationale kampagne aan.

Milieubelangen

De Westerse leefstijl vormt een bedreiging voor het milieu op Aarde. Weliswaar komen er steeds meer milieuvriendelijke produkten en energiezuiniger apparaten, maar die verbetering zou volledig teniet worden gedaan als iedere wereldbewoner zou gaan leven als een Westerling. De luxe waarin de meeste mensen in het Westen leven is alleen mogelijk doordat anderen veel te weinig hebben.
De CO2 uitstoot vertoont al jarenlang een stijging, terwijl die eigenlijk fors had moeten dalen. Oorzaak: de toenemende konsumptie.

Overheidsbeleid

Tijdens de VN-konferentie over milieu en ontwikkeling in Rio (UNCED, 1992) ondertekenden 178 landen, waaronder Nederland, de
'Agenda 21'. Die Agenda stelt in punt 8 onder andere: ,,Om duurzame ontwikkeling te bereiken en een hogere kwaliteit van het leven voor alle mensen, zouden staten niet-duurzame produktiewijzen en konsumptiepatronen moeten reduceren en elimineren''.

Invloed van de reklame

De reklame praat ons aan dat we van alles nodig hebben om ons gelukkig te voelen of om 'erbij te horen'. Maar geluk heeft meestal niets te maken met het bezit van veel spullen, een auto, of meegaan met elke modetrend. Produkten dienen vaak als symbolen om iets immaterieels uit te drukken: aandacht, gezag, status of identiteit. Of ze dienen ter kompensatie van een gevoel van ontevredenheid of frustratie over iets anders. Hebben we echt zoveel, en steeds meer spullen nodig, of zijn onze werkelijke behoeften van een heel andere orde?

Genoeg is genoeg

Konsuminderen is niet hetzelfde als armoede of 'dat er niets meer mag'. Wie konsumindert is niet afhankelijk van spullen om zich goed te voelen. De Niet-Winkeldag vraagt konsumenten om na te denken over hun konsumptiepatroon en nodigt hen uit om tenminste een dag per jaar te zeggen: genoeg is genoeg!

 

menu | top | dDH